• Het verzorgen van eerste opvang van werknemers die ongewenste omgangsvormen (hebben) ervaren op de werkvloer en die hulp en advies nodig hebben.
• Het nagaan of een directe oplossing mogelijk is.
• De melder (zo heet een werknemer voor de vertrouwenspersoon) informeren over andere oplossingsmogelijkheden, zoals klachtenprocedures.
• Het desgewenst begeleiden, als de melder de zaak aan de orde wil stellen bij een klachtencommissie of leiding van een organisatie.
• Het doorverwijzen naar andere hulpverlenende instanties, bijvoorbeeld een mediator.

Vanzelfsprekend ga ik altijd vertrouwelijk om met de informatie van werknemers. Er is een geheimhoudingsplicht. De melder en ik hebben een telefonisch of persoonlijk gesprek. En bij dat ene gesprek kan het blijven, de melder beslist. Er kan een tweede of derde gesprek volgen, maar dat hoeft niet. Ik bied een luisterend oor en kan de melder advies geven over de mogelijkheden voor een vervolg. Mijn ervaring is dat een eerste gesprek vaak voldoende is. De melder voelt zich gehoord en weet wat hem of haar te doen staat.

Werkgevers kunnen bij mij terecht voor advies, informatie en voorlichting. Advies over een op te stellen beleid over ongewenste omgangsvormen, informatie over wat ongewenste omgangsvormen zijn of voorlichting geven aan management over de aanpak van ongewenste omgangsvormen.

Als externe vertrouwenspersoon hanteer ik twee principes, zorgvuldigheid en vertrouwelijkheid. Ik werk autonoom en breng jaarlijks verslag uit aan het management zonder in te gaan op individuele gevallen. En uiteraard kan ik alleen als externe vertrouwenspersoon optreden daar waar ik geen arbeidsdeskundige ben.